Nergens anders in de regio zijn ze zo massaal blijven klappen voor de zorgverleners, als in de Filip de Pillecynstraat in Zele. Sinds maart komen zes gezinnen nog elke dag buiten om de handen op elkaar te zetten en sociaal contact te hebben.
In maart applaudisseerde men zowat in elke straat in Vlaanderen voor de medewerkers in de zorgsector die zich stevig inzetten voor de coronapatiënten. Druppelsgewijs verminderde dat gebaar. Niet in de schrijverswijk in Zele. “We zijn gestart op vrijdag 13 maart en zijn sindsdien niet meer gestopt”, volgens Rik Lootens. “De mensen in de zorg verdienen dat applaus nog steeds en misschien wel meer dan ooit. Ook als eerbetoon voor de vele coronaslachtoffers gaan onze handen op elkaar. Er zijn er ook in onze wijk al velen gestopt, wij blijven overtuigd verder doen. We vroegen aan de parochie om de kerkklokken te laten luiden om 20 uur en dat gebeurt nog steeds.”
Zes gezinnen met Rik, Linda, Rita, Patrick, Luc, Martine, Peter, Veronique, Ann, Bruni, Peter, Lieve en Wout laten zich elke avond horen. “Na wat kleinere initiatieven hebben we samen ook besloten om rond de feestdagen onze huizen en opritten extra te verlichten. Er zijn ook twee handige Harry’s onder onze buren en die knutselden zeven houten kerstbomen in elkaar. We zorgen voor elkaar en weer of geen weer, elke avond om 20 uur blijven we op de afspraak. Vermoedelijk tot ver na de coronatijd. We klappen ook meer met elkaar dan vroeger”, gaat Rik verder. “Daar namen we vroeger de tijd niet voor. Iedereen kende zijn naaste buren, maar welk werk de man of vrouw aan de overkant deed, dat wisten we niet. We kunnen zeggen dat we door Covid-19 allemaal vrienden zijn geworden. En dat is eigenlijk deugddoend. Het is dus uitgegroeid tot een warm en stevig buurtgevoel.”