Met de feestdagen in het vooruitzicht koos ik voor een iets feestelijker gerechtje. Dit is een van mijn favorieten en er is niet veel werk aan. Kies wel altijd voor verse Sint-Jakobsvruchten en geen
diepvries.
Ik doe de schelpen zelf open, maar zeker deze periode kan je ook schoongemaakte vinden.
Ingrediënten voor 4 personen:
- 12 Sint-Jakobsvruchten
- 1 bakje zeekraal
- 3 sjalotjes, heel fijn gesneden
- olijfolie
- boter
- balsamicoazijn (ongeveer 1 koffielepel)
- peper en zout
Hoe ga ik te werk?
- Zorg dat de Sint-Jakobsvruchten heel goed gespoeld zijn zodat zeker al het zand is verwijderd. Dep ze droog met keukenpapier.
- Stoof de fijngesneden sjalot aan in wat boter, kruid met peper en zout. Als ze lichtjes beginnen karamelliseren, voeg dan de balsamicoazijn toe. Voeg eerst niet te veel toe, dit
geeft een licht zoetzure smaak, je kan naar smaak nog wat toevoegen. Houd warm. - Verhit in een pan wat olijfolie en bak de zeekraal heel kort (dit moet nog wat krokant zijn). Afkruiden kan met wat peper maar zeker geen zout.
- Kruid de Sint-Jakobsvruchten met peper en zout en bak ze in een hete pan in boter. Bak zemooi bruin aan elke zijde maar zeker niet te lang, anders worden ze taai. Binnenin horen ze
nog net glazig te zijn. - Serveer wat zeekraal op een bordje en leg daar per persoon 3 Sint-Jakobsvruchten op. Leg daarop telkens een lepeltje sjalotjes.
Enkele tips
- Je kan dit eventueel ook al een lepelhapje serveren, dan neem je maar 1 Sint-Jakobsvrucht per persoon.
- De sjalotjes kunnen op voorhand klaargezet worden. Verwarm dan nog kort en voeg pas dan de balsamicoazijn toe.
- Je kan de Sint-Jakobsvruchten ook bakken in olijfolie, maar in boter kleuren ze mooier.
Smakelijk!
